Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.

Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.

Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.

“Wanneer een kind iedere dag 15 minuten leest, leest het 1.146.000 woorden per jaar. Hun woordenschat en leesvaardigheid groeien direct.”

“Wanneer een kind iedere dag 15 minuten leest, leest het 1.146.000 woorden per jaar. Hun woordenschat en leesvaardigheid groeien direct.”

“Wanneer een kind iedere dag 15 minuten leest, leest het 1.146.000 woorden per jaar. Hun woordenschat en leesvaardigheid groeien direct.”

“Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.”

“Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.”

“Als we naar de bieb gaan mag ik een M3 boek uitzoeken.”